Lachgas in gasflessen in een woning. Mag dat?

De rechtbank Gelderland heeft op 15 januari 2021 een vonnis[1] gewezen in een zaak, waarin een huurder een grote hoeveelheid lachgas in gasflessen had opgeslagen in de berging bij zijn huurwoning. De rechter veroordeelde de huurder tot ontruiming van zijn woning wegens het grote ontploffings- en brandgevaar. Lachgas is een relatief nieuw verschijnsel, waarover steeds meer bekend wordt. Huib Hielkema schreef een commentaar bij deze uitspraak in het juridische blad WR.

Deze zaak gaat over een grote hoeveelheid lachgas (139 liter) die in 64 verschillende gasflessen is aangetroffen in een bij een huurwoning behorende berging. De huurder heeft de gasflessen enkele dagen nadien verwijderd en zijn excuses aangeboden aan zijn verhuurder, woningcorporatie Talis. Voor Talis is dit onvoldoende. Talis vordert ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning, omdat a) de aanwezigheid van lachgas in een woning, deel uitmakend van een woningcomplex, een gevaar zettende situatie is, b) de woning bedrijfsmatig is gebruikt nu het gaat om een handelshoeveelheid lachgas en c) er rondom lachgas grote maatschappelijk problemen zijn. De kantonrechter wijst de vordering toe, hoewel hij er niet van overtuigd is dat de huurder bedrijfsmatig handelde. Weliswaar duidt de hoeveelheid lachgas (waarmee 12.750 lachgasballonnen kunnen worden gevuld) op een handelshoeveelheid (en bevat de huurovereenkomst een verbod de woning beroepsmatig of bedrijfsmatig te gebruiken), maar volgens de kantonrechter is niet gebleken dat de huurder bedrijfsmatige activiteiten ondernam in het gehuurde.

De kantonrechter gaat wel mee in de andere twee gronden voor ontbinding. De huurovereenkomst bevat geen verbod lachgas in de woning te hebben, maar er is wel een gebod zich ten aanzien van het gebruik van de woning als goed huurder te gedragen (gelijk aan artikel 7:213 BW). De kantonrechter vindt dat het de huurder duidelijk moet zijn geweest dat lachgas onder druk ontploffings- en brandgevaar met zich meebrengt en neemt daarbij in aanmerking dat de gasflessen zonder beschermende maatregelen dicht op elkaar stonden (wat strijd oplevert met de Publicatiereeks Gevaarlijke stoffen 15[2]). De kantonrechter overweegt verder dat er rond lachgas de laatste jaren allerlei problemen (gezondheidszorg, criminaliteit, onveiligheid en milieuvervuiling) spelen en dat er een wetsvoorstel ligt om lachgas op lijst II van de Opiumwet te plaatsen (lijst van softdrugs). Tegen deze achtergrond kan ook de tenzij-regel van artikel 6:265 BW de huurder niet baten, aldus de kantonrechter.

De zaak doet denken aan de begintijd van de henneprechtspraak, zo’n 20 à 30 jaar geleden, toen verhuurders in hun huurcontracten nog geen specifiek hennepverbod hadden opgenomen en men nog moest wennen aan het verschijnsel en de gevaren ervan. Ter Meulen heeft in dit tijdschrift destijds een tweetal uitgebreide artikelen geschreven over hennepkweek, waarin hij de ontwikkeling in de henneprechtspraak beschreef en uitgebreid stil stond bij de steeds duidelijker wordende maatschappij ontwrichtende aspecten van de hennepteelt en -handel.[3]  Ter Meulen signaleerde dat rechters tot het begin van deze eeuw redelijk mild oordeelden over huurders bij wie hennep in de woning werd aangetroffen. Of  deze geschiedenis zich zal herhalen bij lachgas is nog niet te zeggen, want daarvoor is er te weinig rechtspraak.[4]

Lachgas is een relatief nieuw verschijnsel, waarover steeds meer bekend wordt. Op de website van het Trimbos instituut is veel informatie te vinden over (het gebruik en de effecten van) lachgas.[5] Zo leert deze website dat lachgas in het ziekenhuis (gemengd met zuurstof) wordt gebruikt als narcosemiddel en door tandartsen en in ambulances als kortdurende pijnstiller. Maar lachgas wordt al enige tijd ook recreatief gebruikt als roesmiddel, zoals sommige drugs. Lachgas wordt daartoe uit een gasfles in een ballon gespoten, waarna het gas door de gebruiker wordt geïnhaleerd door in en uit de ballon te ademen. Het effect daarvan is een korte en soms sterke roes, waarbij de gebruiker zijn omgeving en geluiden anders gaat waarnemen. Lachgas komt aan zijn naam, omdat de gebruiker er ook lacherig van kan worden. Het gebruik van lachgas is niet onschuldig. Op de website van het Trimbos instituut is daarover het volgende te lezen:

Het risico van lachgasgebruik voor de gezondheid van een individu is niet heel groot. Bij recreatief gebruik zijn de risico’s beperkt. Het risico voor de volksgezondheid in het algemeen is matig tot groot. Toch is het niet eenvoudig een grens aan te geven waaronder recreatief gebruik veilig zou zijn. Jonge en onervaren gebruikers en mensen met een laag vitamine B12-niveau, zoals vegetariërs, zijn gevoeliger voor schadelijke effecten. Sommige gebruikers merken dat ze moeilijk kunnen stoppen met lachgas. Zij voelen een sterke drang om meer en opnieuw te gebruiken. Dit zijn signalen dat gebruikers verslaafd kunnen raken aan lachgas. Tot slot worden er meerdere keren per jaar meldingen gemaakt van acute neurologische schade na intensief lachgasgebruik. Ook spraken Brandwondencentra van ernstige vrieswonden. Gebruikers die ballonnen vullen met een grote lachgastank, klemden die tussen de benen en kregen door onoplettendheid levenslange littekens door bevriezingsletsel.’

Lachgas wordt door handelaren vervoerd en bewaard in gasflessen. Het risico dat deze ontploffen en dat daarna brand uitbreekt is niet ondenkbeeldig. De laatste jaren is dat dan ook met een zekere regelmaat gebeurd. Over ontploffingen van lachgasflessen in (huur)woningen heb ik niets kunnen vinden, maar wel over explosies en brand bij het vervoer van lachgasflessen.[6]

Vele tientallen gemeenten zijn inmiddels overgegaan tot het op grond van de Wet Milieubeheer verbieden van de verkoop van lachgas op straat en in de horeca. En er is het voornemen om lachgas op lijst II van de Opiumwet te plaatsen. Daartoe is op 16 juni 2020 een internetconsultatie gestart, die op 10 juli 2020 is gesloten.

Over in een huurwoning aangetroffen lachgas heb ik slechts één gepubliceerde uitspraak gevonden.[7] In die zaak veroordeelde de voorzieningenrechter de huurder tot ontruiming van de woning vanwege een grote hoeveelheid aangetroffen lachgas (11 gasflessen met in totaal 251 liter lachgas en materiaal dat nodig is voor of duidt op de verkoop van lachgasballonnen) en in verband met de overlast door de verkoop vanuit de woning daarvan. De rechtbank stelde de gevaarzettende situatie, de overlast en het bedrijfsmatig gebruik van de woning vast. De kantonrechter oordeelde ook dat de aanwezigheid van deze hoeveelheid lachgas in strijd is met artikel 7.6 van het Bouwbesluit, dat de opslag verbiedt van brandbare stoffen boven een bepaalde hoeveelheid.

Verhuurders doen er verstandig aan hun huurcontracten aan te passen door de aanwezigheid van lachgas in de woning expliciet te verbieden op straffe van een boete. Voordat het zo ver is, is het aan te bevelen dat zij in mailingen aan hun huurders en op hun website duidelijk maken hoe gevaarlijk en ongewenst lachgas is en dat hard wordt opgetreden indien lachgas in een huurwoning wordt aangetroffen.

In de toekomst kunnen we ongetwijfeld meer rechtspraak over deze materie verwachten.

[1] Rechtbank Gelderland 15 januari 2021, ECLI:NL:RBGEL:2021:281 (https://uitspraken.rechtspraak.nl/#zoekverfijn/zt[0][zt]=ECLI%3ANL%3ARBGEL%3A2021%3A281&zt[0][fi]=AlleVelden&zt[0][ft]=Alle+velden&so=Relevance&ps[]=ps10.

[2] Zie: http://publicatiereeksgevaarlijkestoffen.nl/. Volgens de Publicatiereeks Gevaarlijke stoffen 15 (PGS15) moet, als er meer dan 125 liter gas wordt opgeslagen in flessen, dit gebeuren in een daarvoor bestemde brandveiligheidskast. Zie voor een recent voorbeeld van strafrechtelijke veroordeling door de economische politierechter wegens overtreding van de PGS15: rechtbank Amsterdam 6 november 2020, ECLI:NL:RBAMS:2020:7112.

[3] H.J. ter Meulen, Hennekweek, WR 2004/288 en H.J. ter Meulen, Hennepkweek, de stand van zaken, WR 2007/1.

[4] Hoewel de kantonrechter over zo’n grote hoeveelheid aangetroffen hoeveelheid lachgas ook anders had kunnen oordelen, omdat reeds het voorradig hebben daarvan als een bedrijfsmatige activiteit kan worden aangemerkt. Of dat schending van een huurdersverplichting oplevert is mede afhankelijk van de inhoud van de huurovereenkomst.

[5] Het Trimbos instituut is een onafhankelijk kennisinstituut voor alcohol, tabak, drugs en mentale gezondheid. De website van het Trimbos geeft veel informatie over (het gebruik van) lachgas, waaronder een uitgebreide ‘factsheet’: https://www.drugsinfo.nl/lachgas/wat-je-moet-weten-over-lachgas.

Dat de wetgever zich al langer bezighoudt met de gevaren van lachgas blijkt uit de volgende publicaties: het rapport “Jeugd en riskant gedrag 2015’ van het Trimbos instituut (TK 2015-2016, 34300-XIV/165), de uitgave “Roes met een luchtje’ van Nabben c.s. (TK 2017-2018, 24077/405) en het rapport ‘Risicobeoordeling lachgas’ van het Coördinatiepunt Assessment en Monitoring nieuwe drugs van november 2020 (TK 2019-2020, 24077/452). Zie ook een brief van 26 oktober 2020 van staatssecretaris Blokhuis aan de Tweede Kamer (https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2020/10/26/kamerbrief-aanpak-voorlichting-en-preventie-lachgas). In al dit materiaal gaat het voornamelijk om de gezondheidsrisico’s en wordt geen aandacht besteed aan de risico’s van opslag en vervoer van lachgasflessen.

[6] Zie bijvoorbeeld de volgende recente nieuwsberichten: https://www.ad.nl/den-haag/lachgastank-explodeert-in-kofferbak-in-moerwijk~a4574634e/, https://www.ad.nl/amersfoort/bestelbus-met-flessen-lachgas-ontploft-en-brandt-uit-op-arnhemseweg-in-leusden~a68a8fb2/. Op de foto’s bij deze artikelen is te zien dat de betreffende auto’s door de explosie en een brand volledig verwoest zijn. Het zegt iets over de schade die een dergelijke explosie en brand in een woning(complex) kunnen aanrichten.

[7] Ktr. Utrecht (vzr.) 9 oktober 2019, ECLI:NL:RBMNE:2019:4658, WR 2020/4.