Warmtewet wordt weer gewijzigd

De Warmtewet is net ingrijpend gewijzigd (waardoor deze in huurrelaties grotendeels niet meer van toepassing is), maar nu staan er weer nieuwe verstrekkende wijzigingen op stapel. Vlak voor de kerst stuurde minister Wiebes daar een uitgebreide brief over naar de Tweede Kamer. Doel is verder stimulering van een duurzame warmtelevering. Wat kunnen we verwachten?

De minister wil dat gemeenten een belangrijke rol gaan vervullen bij warmteprojecten, zodat deze beter van de grond komen. Daarnaast zal het Niet- Meer- Dan- Anders-principe verdwijnen. De minister wil naar een tariefsysteem gebaseerd op de efficiënte kosten van de warmteleverancier in plaats van het huidige systeem dat de kosten van een traditionele gasgestookte cv-ketel tot uitgangspunt heeft. De minister zal als referentiepunt nemen een objectief geacht redelijk rendement van de warmteleverancier. Daarbij zal de efficiëntie van het verwarmingssysteem worden gestimuleerd. Dat zal leiden tot een gedifferentieerde tariefstelling. In de huidige situatie is het (maximum) tarief in alle gevallen hetzelfde, zodat de energieleverancier met een modern en efficiënt verwarmingssysteem meestal een beter rendement heeft dan de leverancier met een verouderd systeem.

Verder zal worden vastgelegd dat in 2050 nog slechts CO2-neutrale warmte mag worden geleverd. De warmteleverancier moet daartoe een plan tot verduurzaming opstellen. Warmteleveranciers krijgen hiermee een publieke taak met bijbehorende verplichtingen met als doel de warmtetransitie in Nederland mogelijk te maken. De minister acht dit nodig, omdat, als dit wordt overgelaten aan de markt, de energietransitie onvoldoende van de grond komt.

De minister en de Tweede Kamer willen vaart maken met de wijzigingen van de Warmtewet. In de eerste helft van 2020 zal al een concept van de wet via internetconsultatie worden gepresenteerd. Het streven is de wet in 2022 te gaan invoeren.